|
Alex Lefevre en Sven Verkem Kenmerken: is de kleinste vleermuissoort van Europa. De kleur van de vacht is donkerbruin met een ietsje lichtere buik. De snuit en oren zijn zeer donker (zwartachtig). Hun verblijfplaatsen bevinden zich hoofdzakelijk in gebouwen (spouwen, zolders, onder dakpannen, achter dakschilden en geregeld achter reklamepanelen die we aantreffen tegen gevels. Biotoop: ze jagen in heel wat diverse gebieden zoals tuinen, bossen, boven vijvers en langsheen banen. Zelfs in grote steden komen ze voor. Status: is onze meest algemeen voorkomende vleermuis en aldus niet dadelijk bedreigd. Voorkomen: geheel Vlaanderen, maar omdat nog steeds geen negatieve gegevens worden doorgegeven kan men onmogelijk zeggen of er plaatsen zijn waar ze zeker niet voorkomen zoals grote open gebieden (ruilverkavelingsgebieden), m.a.w. zeer algemeen. Kaart 28: Gewone dwergvleermuis - Pipistrellus pipistrellus (1986-1997) Totaal: 23,28%, zeker: 4,22%, relatief zeker: 21,09%, braakbalgegevens: 0,47%
Alex Lefevre en Sven Verkem Kenmerken: lijkt zeer sterk op de vorige soort doch is iets groter en forser gebouwd. Het belangrijkste verschil is de lengte van de vijfde en derde vinger. Biotoop: is eveneens een gebruiker van diverse terreinen, doch de aanwezigheid van een bosrijke omgeving draagt wel de voorkeur weg. Wordt geregeld aangetroffen in houtstapels en holle bomen. Status: niet dadelijk bedreigd vermits hij geregeld aangetroffen wordt in dreven, open (loof)bossen en houtwallen. Voorkomen: verspreid voorkomen doorheen Vlaanderen, voorlopig onvoldoende onderzocht om besluiten omtrent zn verspreiding te kunnen trekken.
Totaal: 3,44%, zeker: 0,16%, relatief zeker: 3,44%, braakbalgegevens: 0,00%
Totaal: 36,72%, zeker: 9,38%, relatief zeker: 32,97%, braakbalgegevens: 0,78% |
Design & maintenance: Thierry Onkelinx
|