Bob Vandendriessche
Kenmerken: Primitieve
hondachtige, niet direct verwant aan de Wasbeer, de staart is ook
niet geringd. Typisch zijn de lange bakkebaarden aan weerszijden
van de vrij brede kop. Houdt als enige hondachtige een
gedeeltelijke winterslaap.
Biotoop: In loofbossen met veel
ondergroei graaft hij holen; in de nabijheid van meren, beken,
rivieren of moerassig terrein.
Voorkomen: Oorspronkelijk uit
Zuidoost-Siberie en in 1934 naar Europees Rusland gebracht, onder
andere om uit te zetten in de vrije natuur. Geraakte via
Oekranië tot in West-Duitsland. De soort werd niet vermeld in de
vorige atlas maar sindsdien werden voor België en Nederland
incidenteel enkele zwervende dieren gemeld. Voor Vlaanderen werd
de soort enkel opgenomen in de Zoogdierenlijst van de
Sint-Pietersberg.
Kaart 66: Wasbeerhond - Nyctereutes
procyonoides (1986-1997)
Totaal: 0,16%, zeker: 0,00%, relatief
zeker: 0,16%